Momenteel wordt een lesprogramma aangeboden aan meer dan 60 leerlingen, die verdeeld zijn over de groepen peuters, de basisgroepen 1 tot met 8 en het Voortgezet Onderwijs. Onze doelstellingen voor de kinderen in het primair onderwijs zijn gebaseerd op 2 richtingen, zoals die door Stichting Nederlands Onderwijs Buitenland (NOB) zijn geformuleerd.
Richting 1
De leerling werkt in alle taaldomeinen toe naar het einddoel basisonderwijs: minimaal referentieniveau 1F en waar mogelijk streefniveau 2F en het einddoel voortgezet onderwijs: minimaal referentieniveau 2F, 3F of 4F. De leerling werkt in alle taaldomeinen toe naar eenzelfde einddoel als hij/zij zou doen in Nederland of Vlaanderen. Het moment dat deze doelen bereikt worden, kan per taaldomein enigszins verschillen.
Richting 2
De leerling werkt in alle taaldomeinen (net als binnen richting 1) toe naar de referentieniveaus. Voor VO-leerlingen kan vanaf referentieniveau 2F het einddoel ook zijn gericht op het Europees Referentiekader B1 of hoger. De leerling bereikt, vanwege de invloed van andere talen, deze doelen op een later moment dan hij/zij zou doen in Nederland of Vlaanderen. Het moment dat deze doelen bereikt worden, kan per taaldomein verschillen.
Doelstellingen
Het NTC-onderwijs heeft als algemene hoofddoelstelling: zo goed mogelijk aan te sluiten bij het onderwijs in Nederland/ België voor leerlingen in de leeftijd 3 tot en met 12 jaar. Centraal staat het behouden en verstevigen van de moedertaal, waarbij rekening wordt gehouden met een mogelijke teruggang naar een Nederlandse/Vlaamse school. Het uitgangspunt is daarbij, dat leerlingen zo dicht mogelijk bij hetzelfde taalniveau blijven als hun leeftijdgenoten in Nederland/ België.
Daarnaast is ons doel leerlingen in contact te brengen met de Nederlandse en Vlaamse cultuur. Dit doen we door het organiseren van culturele activiteiten zoals Sinterklaas, Koningsdag, en de Kinderboekenweek. Tijdens de lessen komt cultuur ook ruimschoots aan bod. Er wordt o.a. gewerkt met de cultuurmappen “Nederland in Zicht” en met het digitale programma “Nieuwsbegrip”.
Toetsmethoden en rapporten
Primair onderwijs
Het niveau van de leerlingen en in hoeverre zij bepaalde stof beheersen wordt op verschillende momenten in de klas getoetst. De leerkrachten doen dit zowel gepland als ongepland en op diverse manieren.
Methode-afhankelijk toetsen
Met de methode afhankelijke toetsen van Veilig Leren Lezen toetsen Nederlandse School Taipei Schoolgids 2024-2025 12 we de voortgang van de letterkennis en de vooruitgang in de leesontwikkeling. Vanuit de methode Taal Actief toetsen we spellingvaardigheid (woorddictee), de woordenschat en taal verkennen. Aan de hand van het toetsresultaat beoordeelt de leerkracht of de leerling alle stof goed beheerst of remediërings- of verrijkingsstof aangeboden krijgt.
Methode-onafhankelijk toetsen
Net als in Nederland, zijn ook NTC-scholen verplicht om de door de Inspectie van het Onderwijs verplicht gestelde methode-onafhankelijke toetsen af te nemen; een technisch leestoets (verplicht vanaf groep 3), een spellingtoets (verplicht vanaf groep 4) en een begrijpend leestoets (verplicht vanaf groep 5). Sinds het schooljaar 2022-2023 maken wij gebruik van Diatoetsen. Diatoetsen maken de ontwikkeling van de leerling goed zichtbaar en helpen te kijken naar de groeipotentie van iedere individuele leerling. Met de volgtoetsen Taal krijgen we inzicht in de leesvaardigheid, de woordenschat en de spelvaardigheid van de leerlingen en hun groei.
Voortgezet Onderwijs
Via diverse meetmomenten in de vorm van korte testen, diagnostische toetsen, een quiz, een wedstrijd of een eindopdracht en observaties tijdens de lessen, worden de vorderingen van de leerlingen bijgehouden in het Voortgezet Onderwijs. Daarnaast gebruiken we delen van de toetsen (afsluitend en referentie) die geïntegreerd zijn in de methode Blink Nederlands.
Bibliotheek
Voor het basisonderwijs, zijn op beide locaties leesboeken aanwezig. Deze boeken zijn gesorteerd op leesniveau en per leeftijdscategorie, zodat leerlingen op hun eigen leesniveau boeken kunnen lezen en lenen. Voor meer informatie kan je terecht bij de leerkracht.
